Gaat je kind naar groep 3, dan gaat er een wereld voor hem of haar open. Je kind leert namelijk lezen. Leuk! Maar het gaat niet vanzelf. In het begin lijkt het meer op puzzelen dan op lezen. En je kind moet oefenen. Heel veel oefenen. Voor een groot deel gebeurt dat op school, maar je kunt je kind ook thuis helpen. Hoe? Hier 10 tips.
1. Toon interesse
Toon interesse voor wat je kind leert op school. Vraag wat hij of zij gedaan heeft op school. Welk woord heeft het geleerd? Kijk in de klas samen naar de werkboeken en schriftjes. En bekijk de werkjes die mee naar huis komen. Prijs je kind om wat het heeft gemaakt. Dat is goed voor het zelfvertrouwen!
2. Sluit aan bij de leefwereld van je kind
Sluit aan bij belangrijke gebeurtenissen in de omgeving. Is je kind bijna jarig? Lees dan boekjes over jarig zijn, kadootjes krijgen, taart bakken enzovoort. In deze tijd van het jaar speelt bij veel mensen Sinterklaas ook een grote rol. Haal eens een boek over Sinterklaas bij de bieb, of maak bijvoorbeeld samen met je kind een verlanglijstje (let niet op eventuele spelfouten!).
3. Laat je kind zien welke mogelijkheden er zijn
Verken samen met je kind de mogelijkheden. Er zijn zoveel leuke boeken voor beginnende lezers: samenleesboeken, versjesboeken en strips. Maar ook moppenboekjes (bijvoorbeeld ‘wat een mop, piet!’) en informatieve boeken. Welke onderwerpen vindt je kind interessant? Voor ieder kind is er een boek op maat! Zorg ook dat er boeken in huis zijn. Dat kan via de bieb of via de boekhandel. En natuurlijk kunnen het ook digitale boeken zijn, op tablet of e-reader. Kijk eens rond in onze webshop!
4. Leesplezier staat voorop
Laat je kind lezen wat het wil lezen. Ook als een boek misschien een beetje moeilijk is. Als je geïnteresseerd bent, lees je het toch wel. Ieder kind kan een gemotiveerde lezer worden, en dat begint met leesplezier!
5. Speel spelletjes met letters en woorden
En er zijn ook andere manieren om het leren lezen te oefenen. Doe samen eenletter- of woordkwartet bijvoorbeeld. Of kijk samen welke letters en woorden je tegenkomt als jullie op de fiets of met de auto ergens naartoe gaan. Wie ziet het eerste een ‘p’? Of een ‘m’? Kijk ook eens naar de spellenpagina van Zwijsen.
6. Blijf voorlezen
Ook als je kind zelf kan lezen, blijft voorlezen belangrijk. Voorlezen maakt kinderen wegwijs in de wereld van boeken. Bovendien maakt voorlezen kinderen tot betere lezers. En het is ook nog eens heel gezellig!
7. Samen lezen
Samen een boek lezen is leuk en leerzaam tegelijk. Er zijn voor beginnende lezers speciale boeken om samen te lezen. Bij dit soort boeken wisselen ouder en kind elkaar af met voorlezen. De tekst die de ouder leest is moeilijker dan de tekst die het kind leest. Zo lees je samen een echt verhaal.
8. Niet fout
Heeft je kind moeite met een woord of zin? Geef het de tijd om het stukje zelf te lezen. Is het echt te moeilijk, dan kun je het woord natuurlijk even voorzeggen. Een volgende keer dat dit woord voorkomt, zal je kind het sneller herkennen.
9. Complimenten
Word niet ongeduldig of geïrriteerd als het lezen niet zo goed gaat. Geef je kind liever complimentjes als het goed gaat.
10. Praat samen over boeken
Voor echt leesplezier is het goed om over boeken te praten. Bekijk bijvoorbeeld voor je een nieuw boek gaat lezen de voorkant. Waar zal het over gaan? Is het een spannend boek? Of eerder een grappig boek? Ook kun je halverwege het boek even stoppen met lezen en samen denken over hoe het verhaal zal aflopen. Zo zorg je ervoor dat je kind echt betrokken is bij een verhaal.
Auteur: Anke Werker, Uitgeverij Zwijsen